Achterhoekse gerechten
Typisch Achterhoekse streekgerechten zijn balkenbrij en karnemelkse saus.
In het woord balkenbrij is de laatste lettergreep ‘brij’ wel duidelijk. ‘Balken’ verdient enige uitleg. Het heeft niks te maken met het geluid van een ezel of met hout alsof je op een houtje moet bijten. In het oud-Nederlands betekent ‘balk/balg’ namelijk ‘buik’. Het zijn de buikresten van de slacht van een varken. In de authentieke bereidingswijze wordt onder meer ook nog een varkenskop uigekookt. Balkenbrij wordt in plakken gesneden en gebakken. Op internet zijn recepten en ingrediënten te vinden.
Veel oudere Achterhoekers zijn met karnemelkse saus met spek opgegroeid. De laatste jaren komt het nog maar sporadisch op de eettafel. De naam zegt alles over het gerecht en de bereiding: spek bakken en karnemelk koken. Het spek door de karnemelk roeren en wat specerijen erbij. Serveren met sla en gekookte aardappelen.
Een echt Achterhoeks streekproduct is Naegelholt (Nagelhout).
De naam zegt niets over de vleeswaren maar alles over de traditionele bereiding. Het vlees is de muis van een rund. De basis van Naegelholt is gepekeld, gedroogd en lang houdbaar rundvlees. De bereiding bestaat uit zouten,drogen en rijpen. Naegelholt werd vroeger in de keuken, boven de wieme (schoorsteen) wekenlang gedroogd aan een spijker (nagel) tot het zo droog was dat het leek op een stuk hout. Tegenwoordig doet de ambachtelijke slager dat in de kelder. ‘Naegelholt mo’j dunne sniejen en dikke op de botterham leggen.’
MvB